No 124 van het Rep.
Op heden den 11 den Maart 1902 verschenen voor ons Mr. Joachimus Lunsingh Frima, Kantonrechter te Ommen, bijgestaan door onzen Griffier Mr. Paulus Wildervanck de Blécourt, de naaste meerderjarige bloedverwanten of aangehuwden van Aaltje, Roelof, Gerrit, Hendrika, Albertus Gerhardus, Geertje Hendrika Kremer minderjarige kinderen geboren uit het huwelijk van Hendrik Kremer overleden te Hardenberg in Aug. 1901 en Geertje Roelofs zonder beroep aldaar.
1o. Hendrik Jan Kremer arbeider
wonende te Hardenberg oom.
2o. Gerrit Kremer landbouwer
wonende te Hardenberg -achterneef.
3o. Egbert Roelofs landbouwer
wonende te Baalder oom
4o. Hendrik Jan Geuchies landbouwer
wonende te Baalder achterneef
de twee eerstgenoemde van vaderszijde, de twee laatstgenoemde van moederszijde, ten einde door ons te worden geraadpleegd over de benoeming van eenen voogd en van eenen toezienden voogd over bovengenoemde minderjarigen, en verklaarden van gevoelen te zijn, dat de aanstelling als zodanig van gezegden Hendrik Jan Kremer het meest met de belangen van de minderjarigen zoude strooken.
Ons met dit gevoelen vereenigde, hebben wij Kantonrechter, over voormelde minderjarigen benoemd tot toeziend voogd
Hendrik Jan Kremer arbeider te Hardenberg
voornoemd, die de hem opgedragen betrekking aannemende, daarop terstond in onze handen den bij wet gevorderden en voorgeschreven eed heeft afgelegd.
Waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt op ongezegeld papier ingevolgde een certificaat van onvermogen afgegeven door den Burgemeester van Stad Hardenberg in dato den 6 den Maart 1902, en door ons en den Griffier geteekend.
P. Wildervanck de Blécourt J.L. Frima
Gratis geregistreerd te Ommen den achttienden Maart 1900 en twee deel 32 folio 64 recto
vak 3 een blad geen renvooi
De ontvanger
Wiersema