Geert Smit en Hillechien Klompsma

Geert Smit wordt in 1894 geboren als jongste zoon van Johannes Smid en Rikste Driesman.

Hij trouwt in 1919 met Hillichien Klompsma, dochter van Derk Jan Klompsma en Harmtien Hadders.

Geert is van Gereformeerde huize, Hillechien is Hervormd opgevoed. Zij krijgen 6 kinderen:  Rikste,  Derk Jan, Johannes, Wessel, Harmtine en N.N

 

Geert Smit is zijn hele werkzame leven smidsknecht / smid geweest.  De nadruk zal, zeker in het begin, gelegen hebben op de hoefsmederij; het beslaan van paarden. “Rijksonderwijzer in praktisch hoefbeslag” vermeldt het bord op de gevel van de  smederij gelegen aan de Brugstraat (nummer 13) in Stadskanaal.

 

Op het naast gelegen perceel  bevindt zich op de rooilijn het woonhuis van Geert en Hillechien.

Geert’s schoonvader Derk Jan Klompsma  beoefent dit ambacht in Nieuw Buinen. En zo is het in die tijd, in elk dorp is tenminste 1 smid werkzaam en vaak meerdere! Binnen het beroep bestaan immers verschillende specialisaties, hoefsmid, kachelsmid, grofsmid, maar vaak worden deze specialisaties  gecombineerd.  En zo was het ook ver daarvoor ……… sinds de mens metaal gebruikt zijn er smeden.

Als de industriële revolutie in Nederland begint ontstaat er een hernieuwde noodzaak tot het opleiden van vaklieden. De encyclopedie Drenthe geeft de onderstaande historische ontwikkeling van het beroepsonderwijs weer:

“Vakonderwijs dat direct gericht is op de uitoefening van een praktisch vak.

De oorsprong van het beroepsonderwijs lag eeuwenlang in de werkplaats, waar vaklieden hun praktijkgerichte scholing kregen. Het gildenstelsel stond borg voor de kwaliteit van de vakinhoud. Leerling, gezel en meester waren de beroepskwalificaties. Na de afschaffing van het gildenwezen rond 1800 zakten de beroepsopleidingen volledig weg: algemene malaise door economisch laagtij was hier debet aan.

Toen in het midden van de 19e eeuw de handel weer aantrok, de industriële ontwikkeling op gang kwam, op natuurwetenschappelijk gebied ontdekkingen werden gedaan en de eerste spoorwegen en telegraaflijnen werden aangelegd, ontstond de behoefte aan geschoold personeel. Daarmee verrezen aan het einde van de 19e eeuw de eerste opleidingsinstituten voor beroepsonderwijs, zowel leerlingwezen (combinatie van werken en leren: ‘lerend werken’) als dagonderwijs (leren en praktijklessen / stages: ‘werkend leren’). Deze opleidingen werden bezocht door jongeren vanaf 12 jaar en door volwassenen. Uit particulier initiatief ontstonden de vak- en ambachtsscholen. De Nijverheidswet van 1919 regelde de wettelijke status van deze scholen. Deze initiatieven leidden in 1892 tot de oprichting van de Vereniging tot bevordering van het Ambachtsonderwijs in Drenthe, onder voorzitterschap van H. Smeenge. De praktijkopleiding werd gecombineerd met theoretisch onderricht, via het herhalingsonderwijs”

Geert Smit en Hillechien Klompsma kopen het woonhuis aan de Brugstraat 13 te Stadskanaal op een veiling. Deze openbare veiling wordt gehouden op 19 december 1933 in café van der Veen/r in Stadskanaal. Op de veiling worden drie percelen erfpachtgrond (z.g  stadsgrond in eigendom van de Stad Groningen) en de daarop staande behuizing geveild afkomstig uit de nalatenschap van Johannes Smid (*09-04-1858 †11-01-1903) en Rikste Driesman (*17-05-1859 †25-10-1933), de vader en moeder van Geert Smit. Op de veiling wordt namens Geert Smit en Hillechien Klompsma geboden door Harmannus Boer, makelaar te Stadskanaal. Het echtpaar Smit verwerft het geheel gelegen op perceel  1 op de veiling voor fl. 2010,- (€ 914,-)
De volledige tekst van het eigendomsbewijs vindt u hier: Eigendomsakte Brugstraat 13.

Uit de acte opgemaakt t.g.v de verkoop van het woonhuis en de smederij aan de gemeente Onstwedde blijkt voor de smederij het volgende: “en voor wat het bij sub b omschrevene aangaat voor zover het de erfpachtsrecht van de grond betreft: bij koopakte 16 april 1919 verleden voor de destijds te Stadskanaal gevestigde notaris P Engwirda, overgeschreven ten hypotheekkantore te Winschoten op 28 mei daarna, in deel 705, nummer 136, en wat de gebouwen aangaat: door stichting ”

Een fiets kostte toen fl. 37,50 – fl. 60 al naar gelang merk en uitvoering, een bakker meesterknecht verdiende in die tijd ongeveer fl. 8,- a fl. 10,- per week. Het aangekochte woonhuis wordt op 17-01-1934 verzekerd bij de Brandverzekeringsmaatschappij Holland van 1859

” fl. 2400,- herbouwwaarde op een huis van steen gebouwd met pannen, zonder riet of stroo, daaronder asphalt gedekt, dienende uitsluitend tot woning voor een gezin, staande geteekend no.13 aan de Brugstraat te Stadskanaal gemeente Onstwedde.

fl. 100,- herbouwwaarde op een schuurtje van steen met pannen gedekt, welke met stroo gedokt zijn, dienende uitsluitend tot huishoudelijk gebruik, staande op twee meter afstand achter het voormeld huis.

Er wordt geen hooi, oogst of klein vee geborgen. Op ruim 3 meter afstand staat een pand van steen gebouwd met pannen gedekt, waarin hoefsmederij, zonder aanwending van mechanische kracht, overigens niet gevaarlijk belendend”

In 1934 is de jaarpremie fl. 2,60, in 1946 wordt het verzekerde bedrag verhoogd tot fl. 9000,-, de jaarpremie is dan fl. 9,-, in 1952 wordt de verzekerde som verhoogd maar fl. 11.000,- maar daalt de premie naar fl. 8,80

Uit een nota van januari 1948 blijkt dat er ook op rekening werd gewerkt, en wel met een lange krediettermijn, de factuur beslaat de jaren 1946 en 1947 om uiteindelijk betaald te worden in januari 1948. Vier nieuwe ijzers aanbrengen kostte toen fl. 8,-

Smederij en woonhuis worden in 1966 (01-11-1966) verkocht aan de Gemeente Onstwedde;  fl. 45.000,- voor het woonhuis en fl. 15.000,- voor de smederij.  Ook de inventaris van de smederij, waaronder een kast met hoefijzers, wordt verkocht.

Rond die tijd kostte 250 gram koffie   fl. 0,98 en verdiende een adjunct commies bij de gemeente fl. 456,- per maand met een uitloop naar fl. 564,- Geert Smit en Hillechien Klompsma gaan wonen in een flat aan de Lyceumlaan in Stadskanaal.

Ter gelegenheid van hun 50 jarig huwelijk wordt onderstaande foto gemaakt. Het gouden bruiloftsfeest wordt gevierd in het Geert Theis centrum in Stadskanaal.

Op 20-03-1977 overlijdt Hillechien Klompsma, zij wordt bijgezet naast haar op 05-07-1974 overleden echtgenoot Geert Smit op de Algemene begraafplaats te Stadskanaal.  De rouwkaart van Geert Smit vermeldt  “Ik heb de vaste grond gevonden”, de meditatie tijdens de rouwdienst van Hillechien Klompsma gaat over de tekst uit Psalm 91 “Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen ”  Beide worden begraven vanuit het Hervormd Gemeente Gebouw aan de Brugstraat te Stadskanaal.

Hoogeveen, 2012

Geert Smit, kleinzoon