Genealogie verbindt mensen
Ik geef de pen aan….. Tot mijn schrik zag ik mijn naam staan in de nieuwsbrief van november 2005 van: ik geef de pen aan…. Ja, wat ga je zoal van jezelf vertellen. Allereerst dat ik, Nan Kremer (Jantje Pot), ben geboren als 3e kind van de 6 kinderen op een boerderij in het Drentse Eeserveen. Een gehucht tussen Schoonoord en Borger en wel in de gemeente Odoorn. Mijn ouders waren lid van de Gereformeerde Kerk in Schoonoord, daar zijn wij alle 6 gedoopt en gingen daar ook naar de Christelijke school. In de buurt waren wij de enige familie met een Christelijke achtergrond, maar we werden er niet op aangekeken. Dagelijks uit school, speelden we allen samen en dat was een mooie tijd. Toen ik 9 jaar was, brak de 2e wereldoorlog uit, wat voor ons allen een angstige tijd was.
Na de oorlog heb ik een huishoud-cursus gevolgd en verder werkte ik thuis en op het land.
Mijn ouders hadden een landbouwbedrijf, dus werk genoeg. Toen ik plus/minus 20 jaar was ging ik werken als kraamhulp, wat ik erg leuk vond. Nadat mijn ouders ophielden te boeren en mijn broer de boerderij overnam, ik was toen 27 jaar, ging ik eens nadenken wat ik verder wilde doen met mijn leven.
Ik besloot om de opleiding als gezinsverzorgster te volgen. Ook mijn jongere zus leek dat wel wat. Je moest wel eerst een standplaats hebben van waaruit je naar de opleiding kon. We wilden graag naar Ommen. Maar in Ommen was geen behoefte aan gezinsverzorgsters, echter in Hardenberg konden we wel aan de bak. Je gelooft het niet, maar we hadden nog nooit van Hardenberg gehoord. Het stond niet op de kaart, alleen de plaats Gramsbergen. Die was door een onderwijzer uit Gramsbergen er met potlood opgetekend. Op een mistige dag gingen wij Hardenberg verkennen, maar vanwege de mist kregen we er niet zo’n mooie indruk van. We besloten om er toch maar heen te gaan.
In februari 1958 reisden we af naar Leeuwarden om de opleiding te volgen. We waren met 32 meiden en 4 leraressen in het prachtige huis van Prinses Maria Louise. Na een half jaar hard werken, discipline, stress en gezelligheid waren we geslaagd voor de theorie, waarna nog 1 jaar praktijk volgde in Hardenberg. In augustus gingen we bepakt en gezakt naar Hardenberg en kregen tijdelijk onderdak bij de familie Woelders (de ouders van Miny Kampjes). Daar waren nog 2 gezinsverzorgsters, dus een gezellige boel.
In 1959 leerde ik mijn man kennen, ik was inmiddels 29 en Evert 35 jaar. Die kennismaking groeide uit tot echte liefde, zodat wij in 1961 besloten te gaan trouwen. Evert werkte op de melkfabriek, we hadden geluk, want ze waren aan het bouwen met een dubbele woning waarvan wij de helft kregen aangeboden. We waren er heel erg blij mee en konden ons geluk niet op. We trouwden 1 juni 1961 op een prachtige zomerdag. In 1962 werd onze eerste zoon geboren en in 1964 onze tweede zoon, die in april 1967 door een ongeluk is overleden. We waren totaal verslagen. Het leek allemaal zo mooi. Ik was in verwachting van ons derde kindje, maar het verdriet was zo groot dat we er niet meer zo van konden genieten. Op 19juli werd onze dochter geboren. We waren er blij mee, maar met pijn in ons hart. Gelukkig zijn we hier samen en met ons geloof in God doorgekomen. In 1969 werd ons 4e kind (een zoon) geboren en in 1971 een dochter.
In 1985 ging Evert met de vut, op 61-jarige leeftijd (Hij was op zijn 15e begonnen). Nu vonden wij tijd om leuke dingen te doen, b.v. familie te bezoeken en fietsen, waar we samen van hebben genoten. In 1993 werd hij ziek (darmkanker) met slechte vooruitzichten. Na bestralingen knapte hij weer op en konden we gelukkig het huwelijk van onze oudste zoon meemaken, het ging zo goed dat wij in 1994 onze reis maakten naar vrienden in Brazilië, 6 weken lang. Het ging allemaal goed tot we weer thuis waren, want na 1 maand brak de ziekte opnieuw uit. Na operatie en chemokuren knapte hij weer op. In die tijd werd ook onze eerste kleindochter geboren, wat ons naast ons verdriet ook veel vreugde gaf. Met vallen en opstaan is hij in 1996 overleden, waar wij vrede mee hadden, alhoewel ik hem nog altijd mis. Toch kan ik weer van veel dingen genieten. Het zingen in het koor geeft mij veel voldoening, waar ik elke week naar uitkijk. Ik zou het niet graag willen missen. Ik hoop dat we als koor nog meerdere jaren blijven bestaan en dat we tot eer van God mogen zingen.
Ik geef de pen aan ....
Nan Kremer.
We spannen ons in om ons onderzoek vast te leggen. Als u iets wil toevoegen, neem dan alstublieft contact met ons op.